Wij willen u net zo van Latijns-Amerika laten genieten zoals wij dat zelf doen!

Bezoek aan Suriname

| Johan van Rijswijck

De broccoli met een kruidig sausje

Na 9 uur vliegen begint het vliegtuig te dalen. Het toestel duikt onder de donzen deken van wolken door en vanuit mijn raampje zie ik eindeloos veel groen. Het donkergroen van boomtoppen, Naarmate we dichterbij Zanderij komen, wordt het donkergroen van de boomtoppen afgewisseld met het gifgroen en bruin van de landerijen en kavels. Verder zie ik, de door bauxietrijke grond, rood gekleurde wegen als achteloos achtergelaten linten door het landschap.

Onze start in Suriname

Na aankomst verwelkomt de tropische warmte me, als een omhelzing, welke me de komende tijd niet meer zal los laten. ​Naarmate we Paramaribo naderen, wordt het verkeer drukker. Het wegennet is vooralsnog niet meegegroeid met het aantal auto’s. Dichterbij het centrum van de stad zien we de eerste moskee gebroederlijk naast een kerk. Dit beeld, soms ook vergezeld door een Synagoge, is typisch voor Suriname. Het centrum van de hoofdstad kent de, voor mij herkenbare, rauwe zinderende drukte van een tropische Zuid-Amerikaanse provinciestad, waarbij historische gebouwen een glimp tonen van de koloniale tijd. 

Een reis door Suriname kun je het beste starten in Paramaribo met een wandeling door het historische centrum met een goede gids. Zo komt de bewogen geschiedenis van het land meer tot leven en krijgen de verschillende historische gebouwen meer betekenis. Wij starten onze wandeling bij het Kabinet van de President, waar 'Mama Sranan', de oermoeder van Suriname en haar vijf kinderen, trots van uit de hoogte op je neerkijkt. 

'Mama Sranan', de oermoeder van Suriname

Dit symbool, een standbeeld van een moeder met vijf kinderen staat voor het kabinet van de president. D​e vijf kinderen staan voor de diverse bevolkingsgroepen met verschillende afkomst, welke de cultuur van Suriname zo kleurrijk en veelzijdig maken: 

  • De inheemse bevolking, zij die het Amerikaanse continent reeds lang voor de komst van de Europeanen bevolkten;
  • De Creolen, de afstammelingen van de slaven uit westelijk Afrika; 
  • De Hindoestanen en Javanen;
  • De afstammelingen van contractarbeiders uit Brits en Nederlands Indië de Chinezen; 
  • De Europeanen, de afstammelingen van de kolonisators uit Nederland, het Britse koninkrijk, de Fransen en Portugezen.

 

Allemaal kwamen ze, al dan niet vrijwillig, naar dit waterrijke groene stuk land aan de noordkant van Zuid-Amerika en samen kleurden ze de bonte cultuur van Suriname verder in. Op weinig plekken in Zuid-Amerika vind je een dergelijke mix van etniciteit, welke naast de mensen zelf ook terug te vinden is in de gesproken talen en dialecten, de gebouwen en uiteraard de lokale keuken. In Suriname is de verering van de Kankantrie, of wel kapokboom, een bijzonder voorbeeld van deze symbiose van verschillende culturen. Deze majestueuze woudreus kwam in Suriname, doordat slaven uit West-Afrika de zaden van deze boom mee smokkelden. Tegenwoordig zie je deze boom door heel het land en wordt deze boom door iedere cultuur, en dus niet alleen maar door afstammelingen van de West-Afrikanen, als heilige boom gezien.

Om 'letterlijk' van de verschillende culturen te proeven, kun je een bezoek brengen aan de centrale markt of aan restaurant De Gadri, aan de waterkant net achter de Nationale Asemblee. Een andere aanrader is 'De Waag', niet alleen vanwege het eten, maar ook omdat het een mooi historisch pand is. Onze laatste avond in Paramaribo bezochten we 'Miroso', één van de vele warungs in de Javaanse wijk Blauwgrond. Het eten was heerlijk en even waanden we ons in Azie ;-)

Van Paramaribo naar de Amazone

Na een paar dagen Paramaribo was het tijd, om meer van dit bijzondere Zuid-Amerikaanse land te zien. Een land dat geldt als het kleinste onafhankelijke  Zuid-Amerikaanse land, maar wel ruim 4 keer zo groot is als Nederland. In Suriname wonen nog geen 500.000 mensen. Maar liefst zo'n 250.000 mensen wonen in Paramaribo en dat betekent dat de rest van het land nagenoeg verstoken is van mensen. Dit laatste werden wij in alle hevigheid gewaar toen we met een klein vliegtuigje van het binnenlandse vliegveld Zorg en Hoop naar Kabalebo, diep in de Amazone van Suriname, vlogen.

In een uur vlogen we naar een kleine landingsbaan ergens in de dichte en ongerepte jungle van Suriname, ver van de bewoonde wereld. Nadat we in Paramaribo de stad achter ons hadden gelaten, zagen we onder ons alleen maar bomen. Een gigantische broccoli, waar wij als nietige mug overheen vlogen. Nergens een dorpje, nergens een huisje, nergens een rookpluim die zou kunnen duiden op enige vorm van menselijke aanwezigheid. De landingsbaan bij Kabalebo was in de jaren '50 aangelegd als onderdeel van 'Operatie Sprinkhaan'. De toenmalige Minister van Opbouw, Frank Essed, bedacht 'Operatie Sprinkhaan', waarbij in totaal 7 landingsbanen werden aangelegd in het (extreme) binnenland van Suriname, om dit binnenland te ontsluiten en het zo mogelijk te maken de hier aanwezige bodemschatten in kaart te brengen. Er werd in die tijd bauxiet ontdekt en gewonnen, echter met de militaire coup in 1980 en de daling van de prijs van Bauxiet kwam er de klad in. 'Operatie Sprinkhaan' ging ter zielen, maar de landingsbanen waren daar. 

Overnachten bij Kabalebo, heel bijzonder!

Bij Kabalebo zijn de huisjes van defensie en arbeiders inmiddels vervangen door een mooie lodge met bijgebouwen. De meteorologische post van destijds doet overigens nog steeds dienst. Destijds woonden er in deze regio geen mensen en ook dat is nog steeds zo. De dichtstbijzijnde gemeenschap leeft hier op zo'n 300 kilometer afstand, wat betekent 2 tot 3 weken varen in een korjaal. Probeer je eens in te denken; je verblijft met circa 30 andere reizigers in een ondoordringbaar jungle gebied zo groot als Nederland. Jij samen met die 30 anderen als enige vertegenwoordigers van de menselijke soort, terwijl je wordt omgeven door ontelbare plant- en diersoorten in de meest uiteenlopende verschijningsvormen. Heel bijzonder!

Met dit besef is het wellicht de overtreffende trap om je te realiseren dat men hier een prachtige lodge heeft kunnen realiseren, waar je in alle comfort kunt verblijven. Een plek waar je ontspannen in je hangmat kunt schommelen, terwijl je apen ziet spelen in de bomen bij de landingsbaan. Een plek waar op een tapir in stilte op zoek is naar vruchten en waar tegelijkertijd een zwerm fel gekleurde ara’s met veel kabaal over vliegt. Dit is de setting van Kabalebo.

Op ontdekkingstocht

Er kwam een rust over me en tegelijkertijd borrelde het enthousiasme in mij op en wilde ik op ontdekkingstocht in deze fantastische omgeving. Na aankomst en na de lunch maakten we onze eerste korte wandeling in het gebied direct achter de gebouwen van Kabalebo. Iwan, onze inheemse gids, liet ons kennismaken met 'het bos', zoals de Surinamers het regenwoud noemen. Tegen het vallen van de avond wachtte ons de eerste vaartocht in een korjaal en waren we getuige van het uitbundige dierenleven van het stuk regenwoud waar in de wijde omtrek nog nooit in gejaagd is.

We zagen zwermen ara’s, die afstaken tegen het avondrood, toekans die hoog in de bomen toe keken en ijsvogeltjes die laag over het water scheerden. Tussen de takken van een boomtop zagen we een luiaard en in de struiken aan de oever speelde een grote groep doodshoofdaapjes terwijl enkele Kapucijnapen geïrriteerd toekeken. Deze eerste boottocht bleek de opmaat voor de explosie van dierenleven welke we tijdens ons verblijf te zien kregen. Op één van de avonden was er een lezing over de historie van Kabalebo. Ook kwamen we wat meer te weten over 'onze naaste buren'; er werd ons verteld dat 'Lotje', de Ocelot (een katachtige), regelmatig op bezoek kwam bij de lodge. Wat we toen nog niet wisten was dat we haar later die avond zelf te zien kregen.

Kabalebo met kinderen

Wij bezochten Kabalebo begin augustus, aan het einde van de regentijd en de waterstand was hoog. Hoeveel dierenleven krijg je wel niet zien als de waterstand laag is en alle dieren naar de rivieren toe trekken? Ook voor Emma, onze dochter van 12 jaar, was het verblijf bij Kabalebo een hele mooie ervaring. Niet alleen het feit dat ze op een hele bijzondere locatie midden in de natuur was, maar ook omdat ze hier in het Nederlands zelf met de gids over de dieren en zijn belevenissen in 'het bos' kon praten. Helaas, na 4 dagen kwam aan ons verblijf bij Kabalebo een einde en vlogen we weer terug naar de bewoonde wereld.

Een dag later reden we vanuit Paramaribo, over de Jules Wijdenbosch brug over de Suriname rivier, naar het district Commewijne. Commewijne is het district van de suikerplantages en om een goed beeld van het Surinaamse verleden te krijgen is een bezoek aan dit district 'een must'. Vele historische plantages zijn overwoekerd en teruggenomen door de tropische natuur. Gelukkig zijn er de laatste jaren diverse initiatieven gestart om een aantal van de plantages weer in oude glorie te herstellen. Wij bezochten hier plantage Concordia bij Stolkertsijver, welke nog geheel overwoekerd is door regenwoud. Vooralsnog zijn er geen plannen deze plantage in haar oude glorie te herstellen. Na met de korjaal aangemeerd te zijn, wandelen we zo'n 3 minuten in het regenwoud en ineens zien we daar te midden van de wildernis de overblijfselen van dat wat ooit een suikerriet pers was. Het is voor ons moeilijk voor te stellen dat dit ruige stukje 'bos' in de 18e en 19e eeuw een goedlopende plantage was.

Een rondleiding van Mijnheer Soekardi bij Mariënburg

Bij Mariënburg ontmoeten we mijnheer Toekijan Soekardi. Mijnheer Soekardi groeide op bij Mariënburg en werkte er als arbeider tot de fabriek in 1986 gesloten werd. De plantage werd in 1745 gesticht en gold op een bepaald moment als het belangrijkste handels- en productiecentrum van de suikerindustrie  in Suriname. Ooit woonden en werkten hier vele honderden mensen en nu konden we zien dat sinds sluiting in de jaren tachtig de natuur langzaam maar zeker weer terrein aan het terugwinnen was. 

Terwijl we door de ruïne van de suikerfabriek liepen en luisterden naar de verhalen van mijnheer Soekardi dwaalden onze gedachten af naar lang vervlogen tijden; wat moet het hier een drukte van jewelste zijn geweest, hard werken en weinig rust in een verzengende tropische hitte. Nadat de slavernij in 1863 was afgeschaft werden eerst de Chinezen en later de Hindoestanen en Javanen uit het voormalige Brits en Nederlands Indië naar Suriname gebracht. Hoewel het contractarbeiders waren, hadden ze het nauwelijks beter dan de Creoolse slaven. In de maand juli van het jaar 1902 leidde dit tot een opstand, waarbij 24 doden en 32 gewonden vielen. Honderd jaar later onthulde Ramdien Sardjoe, de toenmalig vice-president van Suriname, een monument ter nagedachtenis aan de gevallenen van deze opstand. Naast dit monument is er op Mariënburg ook nog een monument ter nagedachtenis aan de Javaanse immigratie.  

Een tussenstop bij Fredriksdorp

We vervolgen onze vaartocht per korjaal en nadat we de Commewijne rivier zijn overgestoken, bezoeken we Plantage Fredriksdorp. Frederiksdorp is een voormalige koffie- en cacao plantage uit de 18e eeuw van de Duitser Johann Friedrich Knöffel. Deze plantage is één van de eerste plantages welke werd gerestaureerd of, zoals de Surinamers zelf zo mooi zeggen, 'gerehabiliteerd'. Nu is Frederiksdorp een mooie locatie als onderdeel van een dagtrip óf waar je kunt overnachten. Er is een restaurant en een zwembad en wanneer je ervoor kiest om te blijven overnachten, dan kun je zelf slapen in de voormalige politiewoning of commandantswoning. Je kunt ook 'op stand' overnachten in het plantage huis (perfect voor gezinnen!), waar zelfs de originele koffie droogvloer nog terug te vinden is. 

 

Een kennismaking met de Sotalia dolfijn

Na een korte kennismaking met deze plantage, gaan we weer aan boord van onze korjaal voor een bijzondere afsluiting van deze mooie dag. ​Vanuit Frederiksdorp varen we naar de plek waar de Commewijne rivier en de Suriname rivier samenkomen, met op het landpunt hiertussen Fort Amsterdam. Hier leeft een bijzondere dolfijnsoort; de Sotalia, in de volksmond ook wel roze buik tuimelaar genoemd. Naar schatting leven er in dit gebied ongeveer 400 exemplaren van deze zeldzame dolfijnsoort. Onze bootsman, met zijn korjaal 'Fritsje', zit al 12 jaar in een werkgroep die deze dolfijnen bestudeert. Met een lekker muziekje op, gaan we op pad. Even verderop ontmoeten we een andere korjaal. Op het moment dat we hen naderen, gebaren de mensen naar ons dat onze bootsman de muziek uit moet doen. Onze bootsman gniffelt eens en vertelt ons dan dat de andere bootsman zich nog niet zo lang bezig houdt met het spotten van de dolfijnen. Hij vertelt ons dat de dolfijnen de muziek juist leuk vinden. Nou, dit klopt! Hij heeft zijn verhaal nog maar net klaar en opeens zien we tientallen dolfijnen rondom onze boot. De andere korjaal vaart gedwee, op gepaste afstand, achter 'Fritsje' aan. In een adembenemende setting, waarbij het prachtige avondrood van de ondergaande zon het water zo ongeveer dezelfde kleur geeft als de buik van de dolfijnen, beleven we een onvergetelijk schouwspel. Emma roept; "dit is het mooiste wat ik ooit heb meegemaakt" en ook al was de zon inmiddels onder, Emma wil niet meer weg.

De Boven-Suriname rivier en Marron cultuur

De volgende dag staat de kennismaking met de Boven-Suriname rivier en de hier aanwezige Marron cultuur op het programma. Marron komt van het Spaanse woord Chimarrón. Dit woord werd door de veroveraars gebruikt voor het naar de bergen weggelopen vee van het eiland Hispañola. Verbasterd tot Marron werd dit de, weinig vlijende, bijnaam voor de slaven die van de plantages waren gevlucht. Veel slaven zijn destijds naar de oevers van de Boven-Suriname en Saramacca rivier gevlucht. Zij hebben daar nederzettingen gesticht aan de rivier, veelal dichtbij zogenaamde 'sula's' (stroomversnellingen). Soldaten, die vanuit het koloniale bewind werden gestuurd om gevluchte slaven terug te brengen, moesten bij deze stroomversnellingen uit de boot om hun boten over de stroomversnelling te trekken en op dat moment waren ze gemakkelijk te overvallen. De Marron cultuur heeft nog altijd heel veel gebruiken en tradities van de slaven uit West-Afrika, hun moederland. Het Saramaccaans, de taal van de Marron's, is genoemd naar de Saramacca rivier. Deze taal heeft naast dezelfde sterke West-Afrikaanse invloed ook invloeden uit de Portugese, Engelse en Nederlandse taal. Onze gids en chauffeur brengen ons, via een mooie verharde weg, naar de plaats Atjoni. Hier houdt de weg op te bestaan en in de rivier liggen de korjalen klaar voor het vervolg van onze route. 

De rivier is de enige verbindingsweg tussen de Marron dorpen en de rest van Suriname. Eerst varen we naar de Anaula lodge, een half uurtje varen van Atjoni. Bij aankomst staat de lunch voor ons klaar en in de middag gaan we met 2 gidsen en een aantal andere gasten van de lodge naar een dichtbij gelegen sula. Hier kunnen we even lekker zwemmen, wat fijn is na zo'n lange zit vanuit Paramaribo. Het snelstromende water complimenteert het geheel met een heerlijke massage, wat willen we nog meer. Na het vallen van de avond, gaan we nogmaals de rivier op voor het spotten van kaaimannen, maar deze willen zich helaas niet laten zien. De ogen hebben we wel kunnen spotten, maar zodra we dichterbij komen, duiken ze snel onder het water. Aan het einde van de regentijd is de kans op het spotten van kaaimannen klein, vanwege de hoge waterstand.

De volgende dag worden we bij de Anaula lodge opgehaald en varen we nog zo'n anderhalf uur (in deze periode!) stroomopwaarts. Het valt op dat we nu dieper 'het bos' in varen. Het aantal passerende korjalen neemt af en we kunnen het ook afmeten aan de afname van het zwerfafval (zonde!) wat we onderweg tegenkomen. We raken steeds verder van de bewoonde bewoonde wereld af en we passeren alleen nog maar wat kleinere Marron dorpen. We zien kinderen spelen aan de waterkant en mensen die zichzelf en/of hun kleding wassen in de rivier. We genieten en na een prachtige korjaaltocht komen we dan eindelijk aan bij de Danpaati lodge.

Een heerlijk verblijf in de Danpaati lodge

Uitbundig worden we welkom geheten door Christa, de manager van Danpaati, en enkele medewerkers. Danpaati is een unieke lodge, gelegen op een eilandje in de rivier, niet ver van het dorpje Dan. De lodge wordt gerund door de lokale gemeenschap en de opbrengsten van de lodge gaan naar dezelfde gemeenschap. Inmiddels draagt de lodge bij aan een thuiszorgproject in 12 omringende dorpen en inmiddels zijn er al drie crèches, waardoor met name meisjes niet meer op hun kleine broertjes en/of zusjes hoeven te passen en zelf naar school kunnen. Danpaati is als een warme deken. De medewerkers van Danpaati hebben overduidelijk veel liefde en passie voor hun cultuur en omgeving. Ze delen dit maar wat graag met je en dit voelt enorm gastvrij. We genieten én leren er van. 

In de middag maken we met een gids een wandeling door het dorpje Dan. We worden spontaan vergezelt door enkele kinderen uit het dorp. Emma speelt met hen, terwijl onze gids ons vertelt over de Marron cultuur. Wanneer je uitgebreider kennis wilt maken met de Marron cultuur, dan is het aan te raden om een bezoek te brengen aan het nabij gelegen dorp Pikin Slee. Hier is een Marron museum en hier kun je de traditionele huisjes waarin men woont ook van binnen bezichtigen. 's Avonds hebben we heerlijk gegeten aan tafels in de prachtige tuin, fraai verlicht met fakkels. Helaas zijn we hier maar één nacht, we hadden zo graag nog langer gebleven.

Onze laatste nacht in Suriname

Na heerlijk geslapen te hebben en na een stevig ontbijt vervolgen we onze reis. Vroeg in de avond komen we aan bij Berg en Dal en heel vroeg de volgende ochtend staat onze vlucht naar Aruba gepland. We kunnen dus niet echt genieten van de faciliteiten welke Berg en Dal ons te bieden heeft. Echter, de barman van die avond maakt alles goed. Dat hij zijn roeping niet is misgelopen, dat is wel duidelijk. We kiezen in plaats van een uitgebreid diner voor een (kleine) snack op het terras bij de bar. Wat een goede keuze met zo'n gezellige barman, die het gastheerschap lijkt te hebben uitgevonden. Wat een fijne avond, wat een heerlijke afsluiting van dit mooie land en haar warme bevolking.

Suriname is prachtig en heeft enorm veel te bieden. Of je nu houdt van natuur, cultuur, lekker eten, avontuur, historie of van alles een beetje, dan is dit een land wat je écht moet bezoeken!
 

Tip: Combineer Suriname met Aruba

Mooie stranden heb je helaas niet in Suriname, maar met slechts 2 uurtjes vliegen ben je al op Aruba. Een mooie aanvulling op een veelzijdige en avontuurlijke rondreis door Suriname. 

Een rondreis door Suriname maken?

Bent u door dit verhaal nieuwsgierig geworden naar Suriname en wilt u hier graag meer over weten? Neem dan eens een kijkje bij de rondreis door Suriname die wij ter inspiratie hebben samengesteld. Deze reis kunt u direct boeken, maar wij stellen ook graag een persoonlijk programma samen aan de hand van uw wensen en ideeën.

Heeft u direct een vraag? Neem dan gerust contact met ons op. Bel naar +31 73 610 62 04 of stuur een e-mail naar info@sapapanatravel.nl. We helpen u graag.

Bekijk onze rondreis

Naar luxe reis Suriname